Hét NAH boekje voor onderwijs. Achtergrondinformatie en advies voor onderwijs aan leerlingen met niet-aangeboren hersenletsel. Geschreven door Carla Hendriks, Martine Kapitein, René Steinmann.
Ieder jaar lopen in Nederland gemiddeld 19.000 kinderen en jongeren (onder de 24 jaar) blijvend hersenletsel op. Naast deze groep, is er een groot aantal kinderen en jongeren die niet door een arts wordt gezien maar wel blijvend letsel heeft. Problemen kunnen direct na het opdoen van het letsel ontstaan, maar soms ook pas jaren later, bijvoorbeeld wanneer een kind naar school gaat.
Problemen worden vaak niet meer gerelateerd aan hersenletsel en kinderen krijgen dan een verkeerde diagnose en verkeerde begeleiding. Dit heeft grote gevolgen voor zowel het kind als het gezin.
Het NAH boekje voor onderwijs bevat achtergrondinformatie en advies voor onderwijs aan leerlingen met niet-aangeboren hersenletsel. Voor zowel het regulier als speciaal basis en voortgezet onderwijs.
Carla Hendriks, GZ psycholoog Heliomare en mede-auteur van het boekje: “Ouders krijgen te maken met veel veranderingen nadat hun kind hersenletsel heeft opgelopen. Veranderingen in de ontwikkeling van het kind maar ook met veranderingen in onderwijs en ondersteuningsmogelijkheden.
Het boekje is heel praktisch en overzichtelijk. Het geeft de leerkracht achtergrondinformatie en advies.
In het boekje wordt besproken waar leerlingen met NAH mee te maken krijgen tijdens verschillende fasen en transitiemomenten en op welke ontwikkelingsdomeinen gevolgen zich kunnen uiten (fysiek, cognitief, emotioneel en sociaal). Deze domeinen worden uitgewerkt en leerkrachten lezen hierop tips en praktische handelingsadviezen hoe zij hiermee om kunnen gaan.”
Het boekje is tot stand gekomen met een subsidie van het Johanna Kinderfonds en HandicapNL.